VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

5 vragen: Helpt bouwsparen de Nederlandse starter?

Geplaatst op: 19-09-2019, 16:16:51

Verschillende Duitse bouwspaarbanken staan naar eigen zeggen te trappelen om de Nederlandse woningmarkt te betreden. In Nederland is De Volksbank (moederbedrijf van onder meer SNS Bank en hypotheekverstrekker BLG Wonen) fan van de bouwspaarconstructie.

De Duitsers zien bouwsparen als dé oplossing voor Nederlandse starters, aldus het AD. Is het dat ook? Vijf vragen.

  1. Wat is bouwsparen?

Bouwsparen is heel populair in Duitsland, maar ook in bijvoorbeeld Frankrijk en Denemarken bestaat het.

In deze landen beginnen jongeren al lang voordat ze een huis willen kopen met sparen. Ze gaan een contract aan met een bank en leggen geld in voor hun latere hypotheek, tegen een vastgelegde rente. Veel ouders beginnen bijvoorbeeld al voor hun jonge kinderen te sparen.

Bouwsparen is ook aantrekkelijk. In Duitsland werkt het zo dat een geldverstrekker hetzelfde bedrag dat iemand heeft gespaard, bijvoorbeeld €30.000, ook als persoonlijke lening verstrekt tegen een zeer lage rente. De Duitse overheid stimuleert dit met een beetje subsidie.

Iemand heeft dan al €60.000 en hoeft slechts een hypotheek af te sluiten voor het resterende deel van de woningwaarde, legt Layana Mokoginta, woordvoerder van De Volksbank uit.

  1. Waarom is bouwsparen zo aantrekkelijk?

Doordat er veel eigen geld wordt ingebracht, hoeft slechts een beperkt deel van de woningwaarde te worden geleend. Dit verkleint de kans op betaalproblemen en de risico’s voor geldverstrekkers. Vaak is de hypotheekrente om deze reden ook relatief laag.

In vergelijking met andere Europese landen hebben Nederlanders een hoge hypotheekschuld. Onder anderen DNB-directeur Klaas Knot spreekt hier regelmatig zijn zorgen over uit.

  1. Is dit ook iets voor Nederland?

Niet direct, er is een wetswijziging nodig om dit aan te kunnen bieden, zegt Mokoginta. „Die lening tegen lage rente die de bank aanbiedt, dat moet verankerd worden in de wet. Het is geen ingewikkelde wetswijziging, maar het is wel nodig.”

Daarnaast zijn ons belastingstelsel en onze woningmarkt anders. Bovendien is er al heel veel veranderd rondom hypotheken in de afgelopen tien jaar. Een nieuwe stelselwijziging ligt niet voor de hand.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken, verantwoordelijk voor wonen, geeft al aan weinig te zien in een subsidie op sparen voor je eigen huis. Sparen wordt daardoor niet echt extra aantrekkelijk gemaakt. Van de lage spaarrente van het moment moet je het in ieder geval niet hebben. Huizenprijzen stijgen veel harder dan spaargeld aangroeit.

  1. Zouden starters hiermee geholpen zijn?

De starters van de toekomst wel. In Duitsland beginnen jonge huizenkopers dus jaren van tevoren met geld inleggen, of hun (groot-)ouders beginnen voor hen als ze nog kind zijn. „Maar als iemand van 20 of 25 nu begint, heeft hij tegen zijn 40e ook een aardig spaarpotje”, zegt Mokoginta.

Om als twintiger echter te kunnen beginnen met flink en consequent sparen, hebben zij wel een goed startsalaris, baanzekerheid en betaalbare (huur-)woonruimte nodig. Daar schort het in Nederland nogal eens aan.

Wie nu in de vrije huursector de hoofdprijs betaalt, houdt geen honderden euro’s per maand over voor de hypotheek die over vijf jaar moet worden afgesloten. Bovendien moet vaak al een flinke studieschuld worden afgelost.

  1. Beperkt bouwsparen de risico’s op de woningmarkt?

Ja, want de huizenkoper brengt meer eigen geld in. Dat helpt altijd. Bovendien kan ook worden gespaard voor bijvoorbeeld verduurzaming. Huiseigenaren hoeven daar dan geen extra lening voor af te sluiten.

Als een kleiner deel van de woningwaarde hoeft te worden geleend, is de kans dat een huis onder water komt te staan veel kleiner.

Toch zijn hier al verschillende maatregelen voor genomen: starters mogen bijvoorbeeld nu nog maar maximaal 100% van de woningwaarde lenen.

Ook beginnen zij vrijwel allemaal meteen met aflossen, omdat het niet meer fiscaal gunstig is een aflossingsvrije hypotheek te nemen. Daardoor is de kans dat een huis onder water komt te staan, eveneens al veel kleiner dan jaren geleden.

Bron: bijdrage van Marlou Visser van 19 september 2019 op www.dft.nl

Vorige pagina